À Bout De Souffle

Jean-Luc Godard’s À bout de souffle markeert de geboorte van de Franse nouvelle vague, een filmstroming die de gevestigde cinema eind jaren ‘50 op haar kop zette. Gebaseerd op een krantenartikel, realiseerde Godard de film voor een habbekrats in slechts twintig dagen. Als een schokgolf raasde À bout de souffle door de Franse én internationale cinema. Het betekende de definitieve doorbraak van zowel Godard als de nouvelle vague.

De jonge, impulsieve crimineel Michel Poiccard steelt een auto in Marseille en slaat op de vlucht richting Parijs. Onderweg wordt hij achtervolgd door een motoragent. Maar hij is niet van plan zich te laten grijpen: hij schiet de agent neer en zet zijn tocht voort. In Parijs zoekt hij contact met studente journalistiek Patricia Franchini, voor wie hij serieuze gevoelens koestert. Hij droomt van een nieuw leven met haar in Italië, maar Patricia is daar nog lang niet zo zeker van.

À bout de souffle is een hommage aan de Amerikaanse gangsterfilms uit de jaren ‘40 en aan de stad Parijs. Met zijn beeldende vertelstijl, het gebruik van jump cuts en een jazzy soundtrack werd de film een mijlpaal in de filmgeschiedenis. Het ontstaan van deze klassieker staat nu centraal in Richard Linklater’s Nouvelle Vague, een stijlvol, zwart-wit eerbetoon aan Godard en de Franse cinema van de jaren ‘50.